Hoofdstuk 93

699 38 9
                                    

De sfeer was er vervolgens niet echt beter op geworden. Ik probeerde het echt wel, maar het kaarsje was gedoofd. De afspraak in het ziekenhuis was echt vreselijk. En vooral Nicole was echt vreselijk geweest. Ze had zichzelf in de slachtoffer rol geplaatst. Dat ze het zo graag wilde, dat ze zo haar best deed en vooral dat ze zeker wist dat het aan mij zou liggen. En toen begon ze ook meteen maar over de alternatieve manieren om alsnog een kind te kunnen krijgen. En toen ben ik de kamer maar uitgelopen voordat ik dingen zou gaan zeggen waar ik later spijt van zou krijgen. Het zou al zwaar genoeg voor haar zijn als de uitslag er zal zijn, en dan kon ze dit er niet nog eens bovenop hebben. En dus was het beter dat ik weggelopen was. Al was het maar om haar te beschermen. Vanzelf sprekend begreep ze er helemaal niks van en vond ze dat ik me niet zo moest aanstellen. Want zij had het immers ook zwaar. Alsof het alleen haar kinderwens was die niet in vervulling ging.
'Waar ga je heen' keek ze op toen ik de auto voor de deur tot stilstand bracht zonder hem te parkeren.
'Moet nog wat afronden op het bureau' antwoordde ik zonder haar aan te kijken.
'Heb je dat net niet gelijk gedaan dan' was ze er niet blij mee.
'Ik wist toch niet hoelang dit ging duren' schoof ik het af. De werkelijke reden was, dat ik gewoon nu even niet in haar buurt wilde zijn. Ik wilde even wat ruimte, even wat rust.
'Hm oké. Kom je wel snel dan' legde ze zich eruit eindelijk maar bij neer.
'Dat weet je toch' irriteerde die zin me nu meer dan ooit. Alsof ik altijd expres langer weg bleef dan noodzakelijk was.
'Het spijt me als ik je gekwetst heb dat is niet mijn bedoeling dat weet je toch wel' had ze wel degelijk door dat ze eigenlijk te ver was gegaan. Maar toch kon ik het haar niet kwalijk nemen. Ik wist immers wel beter en dus stond ik het maar toe, pikte ik het als ze zo tegen me deed.
'Ik zie je straks' suste ik de boel door haar nog een kus te geven voordat ze uitstapte.
Zij wilde nu samen zijn, ik wilde vooral alleen zijn. Nadenken over mijn leven, over mijn zonden, over eigenlijk alles. Ik reed dan ook meteen naar mijn favoriete plek toe. De plek waar ik tot rust kon komen. De plek waar ik uren achtereen op een bankje kon zitten en voor me uit kon staren. Alsof de hele wereld om me heen niet meer bestond. Was het maar werkelijk zo. Dan zou alles een stuk gemakkelijker zijn.

Vraagtekens (flikken maastricht)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu