Fifty-six

93 5 0
                                    

Afgezien van de eenzame gloeilamp die een sprankeltje licht op mijn tafel liet schijnen, was het donker in de prijzenkamer. Ik kon het niet laten om te gapen na elke naam die ik afvinkte. Het was ontzettend veel werk om zo'n vierhonderd leerlingen af te vinken en het erge was dat er per afdeling slechts twee of drie mensen niet naar het bal gingen. Zoveel werk voor eigenlijk niets. Ik had mijn eigen house voor het laatst bewaard, enkel vroeg ik me af of ik het nog af zou krijgen voor ik in slaap viel. Ik was niet moe, maar uitgeput. Ik zuchtte en steunde mijn hoofd op mijn hand. Ik kon er niets aan doen, het gebeurde vanzelf: ik viel in slaap.

Het geluid van voetstappen kwam dichterbij en toen er een hand op mijn schouder gelegd werd, schrok ik wakker. Mijn ogen bleven hangen op het vervaarlijke figuur die voor me stond. Ik fronste mijn wenkbrauwen, maar viel diegene in de armen.
'Sirius!' riep ik opgelucht en blij. 'Wat doe jij hier nou?'
Ik liet mijn oom niet los en kreeg daar tevens niet de kans toe: Sirius klemde me stevig tegen zich aan.
'Ik werd gevraagd,' zei hij. 'Professor Dumbledore wilde dat ik je kwam opzoeken. Je schijnt hard te hebben gewerkt aan je strafwerk vandaag.'
Ik knikte en Sirius liet me los, zodat het praten gemakkelijker ging. De deur van de prijzenkamer ging open en daar stond hij dan. De held genaamd Dumbledore.
'Dit was lief van u,' zei ik toen hij op ons afliep.
'Hoe lief het ook is, mijn idee was het niet. Minerva en ik hebben een tijdje gepraat over jou en wat we met je gingen doen. We vonden dat je uitzonderlijk goed gewerkt had vandaag en Minerva stelde voor om je een plezier te doen. Ze had zich over de angst voor Sirius heengezet en zei dat ik hem mocht halen. Dus, mocht je iemand hiervoor willen bedanken, doe dat dan bij Minerva.'
'Dat zal ik zeker doen,' zei ik glimlachend en ik gaf Sirius nog een knuffel.
'Ik ben zo blij dat je er bent!'
Sirius gaf me een tikje op mijn neus.
'Ik kom alleen maar als je het verdiend hebt, meisje.'
Ik grinnikte en keek hem ongeloofwaardig aan.
'Grapje, natuurlijk,' voegde hij er overbodig aan toe. 'Zeg, Elena, wat is de reden eigenlijk dat je dit hier om twaalf uur 's nachts aan het doen bent?'
Dumbledore was ondertussen weggegaan en ik keek Sirius aan.
'Nou,' stamelde ik. 'Harry en ik bevonden ons op terrein waar we niet mochten komen. We waren in Knockturn Alley omdat ik Draco achterna wilde gaan.'
'Normaal zou ik zeggen dat je op moest passen voor het gevaar, maar jij bént het gevaar. We hebben hetzelfde probleem. Voor velen ben ik ook het gevaar. En tevens, Harry en jij samen zijn sterker dan iemand anders die daar rond zou lopen, dus ik denk dat ik je maar geen standje geef.'
'Liever niet nee,' grinnikte ik. 'Drie zaterdagen lang gezellig rotklusjes doen vind ik al erg genoeg.'
'Wat zijn ze streng geworden, zeg,' zei Sirius. 'Drie zaterdagen lang, dat is echt veel te veel voor zo'n overtreding.'
'McGonagall mag me niet. We hebben al zoveel problemen gehad samen. Het is zo goed als opgelost, maar vergeten, onmogelijk. Ik denk van beide kanten.'
'Weet je nog dat Dumbledore zei dat ze een reden had je niet te mogen?' vroeg Sirius. 'Ben je er al achtergekomen wat die reden was?'
Ik schudde mijn hoofd.
'Ik heb amper met haar gepraat de afgelopen tijd. Enkel over straf. Dat waren nou niet echt de fijnste gesprekken.'
'Dat geloof ik,' zei Sirius. 'Misschien moet je morgen maar eens gaan praten met haar.'
Ik knikte.
'Maar nu ga jij slapen,' zei Sirius quasi-streng. 'Je moet morgen hard aan je huiswerk.'
Ik lachte.
'Echt niet. Heb ik toch allang af.'
Maar toch stonden we op. Ik liet Sirius achter toen hij zich had getransformeerd in een hond en liep naar de common room. Op de weg daarheen kwam ik echter McGonagall tegen, die stond te surveilleren op de gang.
'Dat was echt ontzettend lief van u, professor,' zei ik gemeend. 'Dat u Sirius liet komen.'
'Ik ben heel erg onredelijk geweest,' zei ze. 'Dat spijt me en ik wilde iets doen waardoor je blij wordt.'
'U schijnt een reden te hebben mij te haten,' zei ik zachtjes. 'Wat is die reden, als ik vragen mag?'
'Ik heb geen reden om jou te haten,' zei McGonagall. 'Dat mag je niet denken. Ik heb, net als veel andere mensen, mijn dierbare man verloren in de eerste oorlog. You-Know-How heeft hem zelf vermoord en steeds als ik jou zie, dan denk ik terug aan die avond dat het gebeurde. Ik weet dat jij anders bent en dat zie ik ook wel, maar je lijkt wel heel erg op You-Know-How toen hij op Hogwarts zat. Het doet me veel verdriet en ik voel nog steeds woede als ik naar jou kijk. Niet te vergeten dat jij ook nog eens eigenschappen bevat die Tom Riddle zelf ook goed liet zien. Die intelligentie heb je niet van een vreemde, mocht je dat soms denken.'
'Dan heeft u redenen genoeg mij te haten, professor,' zei ik. 'Ik begrijp het en het spijt me heel erg dat u dit is overkomen. Ik wilde dat ik er wat aan kon doen, maar het enige wat ik kan doen, is zorgen dat mijn vader dood gaat. Daar gaan we met z'n allen voor zorgen.'
'Daar twijfel ik niet over,' zei McGonagall. 'En toch, Elena, ook al weet ik dat je de meeste dingen gewoon goed bedoelt, wil ik dat je de komende zaterdagen ook gewoon komt. Begrijp je waarom?'
'Ja, professor,' antwoordde ik. 'Alleen, die laatste zaterdag... moet ik echt tot zo laat doorgaan? Ik ben zo bang dat ik het bal mis omdat ik nog moet omkleden als het bal al begonnen is.'
'Als je je best doet, dan ben je in een half uur klaar met omkleden en je make-up. Dan mis je enkel een half uur. Dat is toch niet zo erg? Je mag toch niet meedoen met die verkiezingen.'
'Ik vind het wel erg,' fluisterde ik.
Ze begreep het niet. Zo'n avond is de eerste avond dat ik ga genieten van het leven en dat ik mezelf eindelijk eens ontspan. Als ik in een half uur moest omkleden, was ik zo gespannen dat mijn hele feest verpest was. Ik liep langzaam weg, maar McGonagall trok me terug.
'We kijken, oké?' zei ze.
Ik knikte en voelde me een stukje beter. Ik besloot maar niet te vertellen dat ik het werk dat ik vandaag moest doen niet eens af had. Haar kennende stuurde ze me terug.
'Slaap lekker,' zei McGonagall en ze gaf me een waterig glimlachje.
Lekker slapen, wat was dat ook alweer?

Ik wil even zeggen dat ik het heel lief vind dat jullie op mijn verhaal stemmen en reageren!

We found love right where we are ~ Voldermort's daughterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu