Part two ~ 138

53 2 0
                                    

Normaal gesproken was ik direct vertrokken, maar op de een of andere manier lukte dat niet. Ik kon geen afscheid nemen van Hogwarts. Niet nu. In plaats van vertrekken, liep ik daarom naar het kantoor van Dumbledore. Ik wist dat er een kans was dat Snape of McGonagall daar was, maar dat ze er allebei waren, had ik niet ingecalculeerd.
'Wat doe jij hier?' vroeg Snape boos.
McGonagall keek me aan en glimlachte zwakjes, maar zei niets.
'Ik wilde even - als ik hier zit dan voel ik de aanwezigheid van Dumbledore. Ik heb hem nu even nodig.'
'Zullen we weggaan? Ons gesprek kan elders gevoerd worden,' opperde McGonagall vriendelijk, maar nog voor ik de kans kreeg om in te stemmen, bracht Snape er alweer iets tegenin.
'Zij hoort hier niet, Minerva. Ik heb haar niet voor niets van school gestuurd.'
'Dat weet ik, Severus,' zei ze zacht. 'Maar je hebt haar vandaag veel pijn gedaan. Ze moet - ze heeft even iemand nodig die haar onvoorwaardelijk gesteund heeft.'
'Dank u,' fluisterde ik.
Onder luid protest van Snape, trok McGonagall Snape mee naar buiten en was ik eindelijk hier. Alleen. De doodse stilte, daar genoot ik van. Maar hoe stil het ook was, de geest van Dumbledore zal nooit uit deze kamer verdwijnen.
'Ik mis u, professor,' snikte ik, terwijl ik aan zijn bureau ging zitten. 'U zou mij gesteund hebben. Altijd.'
De tranen gleden over mijn wangen. Ik stond op en streelde met mijn vingers over de boeken in de grote boekenkast van Dumbledore. De boeken die ik van hem geleend had, stonden weer netjes op hun plek. Het onmogelijke liefdesverhaal. Ik glimlachte door mijn tranen heen terwijl ik het boek uit de kast pakte. Er zat een notitie in.

"Dit boek is voor jou, lieve Elena. Als het even tegenzit, denk dan aan wat de hoofdpersonen in dit boek zouden doen. Volg je hart."

Het boek met het briefje hield ik stevig tegen mezelf aan. Deze boodschap kwam precies op het juiste moment. Ik moest mijn hart volgen.

Wat dat dan precies voor mij betekende, wist ik ook niet. Ik wist in ieder geval dat ik zowel Xavier als Snape niet zomaar mocht laten gaan. Dat accepteerde ik niet. Ook wist ik dat ik, diep in mijn hart, mee moest vechten tegen mijn vader. Al die jaren had ik gewacht en nu had ik de kans om hem voorgoed uit mijn leven te laten verdwijnen. Daar moest ik voor gaan. Toen ik uit het kantoor liep, hoorde ik de stem van mijn vader galmen door het kasteel.
'Breng mij Potter! Ik verwacht hem over een uur in the Forbidden Forest. Alleen dan zal iedereen gespaard blijven.'
Gek genoeg was er niemand op de gangen te bekennen, dus ik besloot naar the Room of Requirement te gaan. Ik had me nog nooit zo onveilig en ongemakkelijk gevoeld in Hogwarts als nu. Ik had het beangstigende idee dat iemand achter een boekenkast vandaan kwam en me ging vermoorden. Gelukkig gebeurde dat niet. Ik kwam veilig aan op de zevende verdieping en liep the Room of Requirement binnen. Het leek alsof het er abrupt doodstil geworden was en ik haalde diep adem. Iedereen was er. McGonagall, Xavier, Harry, maar ook Lupin en Sirius en iedereen die mee wilde vechten. De hele familie van Ron zag ik ook.
‘Hebben jullie de boodschap gehoord?’ vroeg ik, om het ijs te breken.
Niemand reageerde, maar misschien had ik ook niet anders kunnen verwachten. De ruzie die vanochtend had plaatsgevonden, was blijkbaar nog niet vergeten.
‘Wat doe jij hier?’ vroeg Harry.
Zijn stem was koel en afkeurend, alsof ik hier echt niet hoorde te zijn.
‘Ik – ik wilde helpen met een plan bedenken om mijn vader te verslaan.’
Er werd opgewonden geroezemoesd.
‘Ga hier weg,’ zei Hermione fel. ‘Verraders kunnen we er niet bij hebben.’
‘Wat – ‘
‘Je zal alles wat wij hier bespreken vast en zeker door gaan vertellen aan je vader!’
Ik schudde mijn hoofd.
'Dat zal ik nooit doen. Ik wil dat mijn vader sterft. Dat weet je toch...?’
Ik geloofde mijn oren niet. Zij dacht werkelijk dat ik alles wat hier besproken werd, door zou geven aan papa? Na al die jaren van verzet?
Blijkbaar had iedereen over de ruzie gehoord van vanochtend, want niemand nam het voor me op. Ik stond daar, alleen, mezelf proberen te verdedigen tegenover honderden mensen.
‘Luister,’ zei ik luid. ‘Als jullie willen dat ik wegga, zal ik weggaan. Ik begrijp volkomen dat jullie me haten en ik accepteer het. Maar ik weet mijn vaders zwakke plek. Dat ben ik. Mij buitensluiten is het domste dat jullie kunnen doen.’
‘Het lukt ook zonder jou,’ snauwde Xavier. ‘Ga weg, Elena. We willen verder met ons plan en daar ben jij helaas niet voor uitgenodigd.’
Ik knikte verdrietig. Xavier die op deze manier tegen me sprak, was hartverscheurend. Ik slaakte een diepe zucht. Het interesseerde hem niets meer. Hij gaf niets meer om me, terwijl ik nog wel van hem hield. Het was niet eerlijk. Ik wilde hem kunnen loslaten zoals hij mij losliet.
‘Stommeriken!’ riep Lupin plotseling, toen ik aanstalten maakte om weg te lopen. ‘Zet je trots toch enkele seconden opzij! Elena is dé persoon die ervoor kan zorgen dat deze oorlog gewonnen wordt door ons. Zonder haar zijn we verloren.’
‘Laat het maar, Remus,’ fluisterde ik. ‘Als ze me niet vertrouwen, kan ik niet meedoen.’
Ik liep de kamer uit en kwam terecht in een kasteel dat opeens veel rumoeriger was dan ik me had voorgesteld. Death Eaters, overal. Draco zag ik met al zijn Slytherin vrienden. Ik zag Lucius en Snape naast elkaar lopen. Zijn blik kruiste die van mij.
‘Waar is iedereen?’ vroeg hij zacht.
Ik lachte schamper.
‘Denk je dat ik jou dat ga vertellen!’
‘Crucio!’ schreeuwde Snape woest.
Ik belandde op de grond en huilde aan een stuk door, toen er figuurlijk zwaarden in mijn lijf gestoken worden. Hij kon me krankzinnig martelen, maar ik zou nooit de mensen verraden waar ik van gehouden had.
‘Vertel het me, Elena!’
Ik schudde mijn hoofd, voor zover ik dat kon. De andere Death Eaters kwamen om ons heen staan. Het enige wat ik moest doen, was volhouden.
‘Laat het, Severus.’
De man waarvoor ik altijd gevreesd had, kwam tevoorschijn. Mijn vader. Snape stopte de spreuk, waardoor ik hijgend als een klein propje op de grond lag.
‘Elena, vertel nu waar iedereen is,’ zei papa, terwijl hij me aan mijn arm omhoog trok en tegen een muur aanduwde.
‘Nee, my Lord. Ze komen wanneer ze klaar zijn voor u,’ fluisterde ik zenuwachtig.
Papa had een stok in zijn handen. Ik herkende de stok. Het was the Elder Wand.
‘Goed,’ antwoordde papa. ‘Als je niet nuttig meer wilt zijn, heb ik tenminste iemand om mijn stok op uit te proberen.’
Hoe dichterbij hij kwam met de stok, hoe angstiger ik werd. Dit was mijn einde. Het was over.

We found love right where we are ~ Voldermort's daughterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu