Part two ~ 135

49 3 0
                                    

Ik had gedacht dat ik de vrouw afgeschud was, maar niets bleek minder waar. Ze rende achter me aan en draaide me ruw om.
'Ik weet wel wie jij bent!' siste ze zachtjes, zodat niemand in het café haar verder kon horen. 'Hoe durf jij je hier te vertonen onder de Muggles? Je hebt een uitgaansverbod, dame.'
'Sorry - wat? Wie bent u?' vroeg ik verbouwereerd, zonder enig idee te hebben wie er voor me stond.
De vrouw nam me mee naar buiten.
'Ik ben de vrouw van de Minister of Magic. Je weet wel - Cornelius Fudge.'
Duister knikte ik.
'Hij heeft je vrijgelaten uit Azkaban, met als voorwaarden dat je op Hogwarts blijft voor een jaar, dat je geen werk mag zoeken en dat jij je niet mag bevinden in de Muggle World. Tot nu toe heb je elke regel overtreden. Wil je zo graag terug naar Azkaban?'
Ik schudde mijn hoofd.
'Ik wist niet - die regels zijn mij nooit bekend gemaakt. Snape heeft me van Hogwarts gestuurd - hij... ik wist echt niet dat hij dat niet mocht doen.'
Ik haperde van angst. Ik moest beleefd blijven tegen de vrouw, want anders zou Azkaban weer in zicht komen. Daar moest ik niet aan denken.
'Snape? Hij heeft die afspraken gemaakt met Cornelius. Hij wist ervan,' zei mevrouw Fudge.
Ik huiverde.
'Alsjeblieft, mevrouw. Ik zal een schuilplaats zoeken en me koest houden. Ik wil niet weer naar Azkaban.'
Een vlaag van medelijden ging door de vrouw heen. Ze leek me niet eens gemeen, maar ze steunde haar man. Dat merkte ik.
'Ik zal het overleggen,' mompelde ze. 'Maar jij gaat niet werken en dit is de laatste keer dat ik je in een openbare ruimte zie met Muggles.'
Pas toen besefte ik dat ze me zojuist gezegd had dat ik mijn baan moest opzeggen. Ik haalde diep adem. Mijn enige kans op het ontmoeten van mensen en op het hebben van eigen geld ging verloren. De vrouw liep weg. Moederziel alleen bleef ik achter. Hoe wist zij dat ik hier was? Was ik wel ergens veilig? Ik besloot om naar de kledingwinkel te lopen, zodat ik Katell kon zeggen dat ik helaas niet meer mag werken. Ze reageerde geschrokken en teleurgesteld. Ze vond me een leuke collega. Ik had de echte reden niet verteld, maar ze geloofde me toen ik zei dat mijn oom direct moest verhuizen voor zijn werk en dat ik mee moest.

Ik had er een tijdje over nagedacht, maar het was toch beter als ik terug zou gaan naar Lupin en Sirius. Hoewel ik niet hartelijk afscheid had genomen gisteren, hoopte ik dat ze mijn daden zouden vergeven. Ik had immers geen keuze. Geen schuilplaats betekende Azkaban. Gespannen belde ik aan. Lupin deed open.
'Al terug?' vroeg hij minachtend, terwijl hij me van top tot teen bekeek. 'Je ziet er niet uit.'
'Het regende hard vannacht,' mompelde ik.
Lupin knikte.
'Je mag naar binnen, maar enkel omdat er iemand zit die jou heel graag wil zien.'
Xavier? Ik popelde om hem te zien, want ik had hem gemist. Opgewonden liep ik naar de woonkamer, maar mijn hoop verdween als sneeuw voor de zon toen ik niet Xavier, maar Harry daar zag zitten. Hij glimlachte. Harry was de eerste persoon die geen opmerking maakte over mijn uiterlijk. Hij keek me aan, in mijn ogen. Langzaam stond hij op en hoewel ik dacht dat hij me op mijn wang wilde kussen, gingen zijn lippen rechtdoor en raakten die van mij.
'Dat heb ik gemist al die maanden,' fluisterde hij.
Ik glimlachte zwak. Na alles wat er gebeurd was, was ik niet in staat geweest hem te informeren over Xavier. Ik dacht dat het makkelijker was als ik hem in het echt zou zien, maar het tegendeel bleek waar. Ik durfde het niet. Ik wilde hem niet kwetsen.
'Ik heb je ook gemist,' glimlachte ik en eerlijk gezegd, meende ik het.
We gingen zitten. Lupin gaf me wat te drinken.
'Laten we beginnen met Elena,' zei Sirius. 'Waarom ben je hier weer?'
'Blijkbaar heeft Fudge voorwaarden gesteld aan mijn vrijlating, maar Snape heeft me daar niets over verteld. Ik mag helemaal niet werken. Ik mocht Hogwarts niet eens verlaten! Dus - nou, de vrouw van Fudge zou overleggen met haar man of ik naar een andere plek mocht, anders zou ik terug moeten naar Azkaban.'
Harry sloeg zijn arm om me heen en drukte mij onbeschaamd tegen zich aan. Ik wilde afstandelijk doen, maar het lukte niet. Bij hem was ik veilig. Ik voelde me op mijn gemak bij hem, ook al waren de aanrakingen ongemakkelijk.
Lupin en Sirius keken elkaar aan.
'Elena, als jij hier wilt blijven wonen, dan zul jij je anders moeten gaan gedragen. Dat betekent luisteren, gehoorzamen en letten op je veiligheid. Duidelijk?'
Lupin keek me doordringend aan, waarop ik besloot te knikken. Het moest maar. Alles beter dan Azkaban.
'Harry, vertel jij Elena wat je hier doet?' vroeg Sirius vriendelijk.
Harry gaf me een zachte kus op mijn wang.
'Ik wilde mijn vriendinnetje zien,' zei hij zacht. 'Maar ik wil je ook iets vragen, schatje.'
Nieuwsgierig keek ik hem aan.
'Wil je mee naar Hogwarts? We moeten daar zaken afhandelen voordat de strijd begint. Ron en Hermione zijn er al.'
'Graag,' zei ik. 'Alleen - Snape heeft me eraf geschopt. Ik mag echt niet zomaar terug.'
'In tijden van oorlog mag alles,' zei Harry duister.
Ik keek naar Lupin en Sirius. Zij knikten.
'Pas op elkaar. Pas op jezelf. Doe geen vreemde dingen en - en licht ons in als het... tijd is,' zei Sirius zacht.
Harry knikte. Ik keek hem verward aan. Tijd? Was het al tijd voor oorlog?

We found love right where we are ~ Voldermort's daughterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu