Part two ~ 108

59 5 0
                                    

Severus Snape pov.

Hard schopte ik tegen het houten dressoir in mijn kantoor. Ik had haar laten gaan. Hoe kon ik? Met mijn handen op mijn hoofd en ijsberend door de kamer, piekerde ik erop los. De kans dat ze gezien zou worden, dat ze Harry, Ron en Hermione niet eens zou vinden of dat haar eind sneller kwam dan we allemaal verwacht hadden... die kansen waren tè groot.
'Idioot,' siste ik in mezelf.
Er was een reden dat ik haar zo streng behandeld had. Ik wilde haar niet verliezen. Elk moment dat ze ervandoor glipte, was een moment te veel. Een moment van spanning. Van angst. En nu liet ik haar vrijwillig gaan. Ik begreep het niet. Ik kreeg een brok in mijn keel. Ik had haar niet moeten laten gaan. De buitenwereld was luguber, zeker als ze wist wat er achter haar aan zat. Ik was te kalm gebleven. Ze had hier moeten blijven. Deze vertrouwde omgeving, waar niemand haar iets aan kon doen.

Er werd op de deur van mijn kantoor geklopt.
'Nee!' riep ik hard.
'Het is belangrijk.'
Degene die had geklopt, liep, mijn bevel negerend, het kantoor binnen.
'Wat, Minerva?' snauwde ik.
'Waar is Elena? Er staat een klas op haar te wachten.'
'Vertrokken,' zei ik verbeten.
'Waarheen? Ze weet toch dat ze gevaar loopt?'
Ik schudde mijn hoofd. Ik had beloofd het haar te vertellen, maar dat wilde ik niet doen. Dan zou haar leven bestaan uit angst, als dat al niet het geval was.
'Je hebt haar het niet verteld?' vroeg ze vol ongeloof. 'Severus - '
'Het is nu toch te laat!'
Minerva keek me woest aan. Ze sloeg haar armen om elkaar heen.
'Ik dacht dat jij om haar gaf, Severus. Dat arme kind.'
'Je hebt haar de afgelopen jaren als stront behandeld!'
'Ik heb nooit gewild dat ze langzaam opgepeuzeld zou worden, Severus. Ga haar zoeken, nu!'
Vrouwen. Onbegrijpelijk. Maar ze had wel gelijk. Elena kon nu nog niet ver zijn. Ik kon haar inhalen. En dat deed ik. Ik rende het kasteel uit, richting Hogsmeade. Daar was ze niet. Ik keek in elk café, maar als ze op zoek zou gaan naar Potter, had ze hem daar vast niet kunnen vinden. Wel was ze hier langs gekomen, volgens dorpelingen. Ik zat dus op de goede weg. Steeds dieper rende ik de onbewoonde wereld in, tot ik haar zag. Op een steen. In een grot. Ik wist waarom ze daar zat. Dat was de grot waar Black een tijdje geleefd had.
'Je bent nog niet ver gekomen, zie ik,' zei ik zacht.
Ze schrok op uit gaan gedachten en schudde haar hoofd.
'Waar moet ik zoeken? Ik weet niet waar ze zijn.'
'Ik wil niet dat je met ze mee op pad gaat, Elena. Ik wil dat je hier blijft.'
Ze schudde haar hoofd.
'Zolang er Death Eaters lesgeven op Hogwarts, zie je me niet meer terug.'
'Maar juist daarom heb ik je nodig.'
Als ik haar zo zou kunnen overhalen, hoefde ik niet te vertellen wat haar te wachten stond. Nog niet.
'Ik denk dat Harry me meer nodig heeft,' beet ze me toe. 'Jij kunt het vast wel aan op Hogwarts. De kinderen zijn doodsbang en durven echt geen vin meer te verroeren.'
Ik wist dat ze gelijk had. Ze was zo verschrikkelijk brutaal en dat zou ze ook altijd blijven, maar het was wel de waarheid.
'Ik moet je wat vertellen, meisje.'
Ik ging naast haar zitten en slaakte een zucht.
'Ik wilde het niet vertellen, maar ik hoop dat ik je zo kan overhalen om te - '
'Vertel het gewoon!'
'Je loopt gevaar.'
'Goh,' snauwde ze. 'Ik loop al mijn hele leven gevaar, dus ik denk niet dat ik me echt zoveel zorgen moet maken.'
Geïrriteerd keek ik haar aan. Haar ogen zagen er anders uit dan wat ze zei. Haar ogen straalden angst uit. Angst en verdriet. Het gemis van Potter moest moeilijk voor haar zijn. Dat begreep ik.
'Als je me nu laat uitpraten, zou dat een stuk fijner zijn,' zei ik bitter. 'Fenrir Greyback, de werewolf die je bent tegengekomen in Grimmauld Place, heeft een beloning gezet op het gevangen nemen van jou. Wie jou te pakken krijgt en aan hem overhandigt, krijgt tienduizend galjoenen.'
'Tienduizend?' vroeg ze geschrokken. 'Ben ik werkelijk zóveel waard?'
Zoals Elena goed kan, is de situatie minder erg maken dan het is, maar vervolgens zich toch vreselijk voelen. Ik sloeg mijn arm om haar heen.
'Jij bent veel waard. Dat weet je wel.'
'Maar waarom? Waarom moet hij mij hebben?' vroeg ze zacht.
'Stel je eens voor wat hij met jou kan doen. Hij kan jou bijten, zodat jij net zo'n gruwel wordt als hij. Hij kan jou dwingen anderen te bijten. Fenrir kan jou voor allerlei dingen inzetten. Dingen die jij echt niet wilt. En bovendien wil hij revenche. Hij is niet vergeten wat jij hem afgelopen zomer hebt aangedaan.'
Ze haalde haar schouders op.
'Ik ben niet bang.'
'Dat ben je wel, Elena. Ik ken je.'
Ze kroop dicht tegen me aan.
'Ik wil niet laf zijn, professor. Ik zit maar veilig les te geven, terwijl Harry zijn leven geeft, samen met Hermione en Ron. Wat moeten ze wel niet van me denken?'
'Ik denk dat Potter heel blij is dat jij niet mee bent. Als jou iets overkomt.... je weet hoe hij is.'
Ze zuchtte.
'Als iemand tienduizend euro voor me krijgt, zal ik wel een makkelijke prooi zijn. Ik wil mijn leven niet eindigen als - als Werewolf.'
Ik knikte en stond op.
'Ik zou het heel erg vinden als je me zou verlaten. Ik wil van je genieten zolang als je nog leeft.'
'Maar geef me dan geen huisarrest meer,' fluisterde ze. 'Ik zal me proberen te gedragen, maar behandel me dan alsjeblieft als een gelijke. In ieder geval tijdens schooltijd.'
Ik knikte.
'Dat beloof ik.'
'Én laat de kinderen naar mij toe komen als ze iets gedaan hebben wat tegen de regels is. Ik was toch de tuchtlerares?'
'Doe ik.'
Het was gelukt. Ik had haar overgehaald. Ze was veilig in mijn handen en ze zou me niet verlaten.

We found love right where we are ~ Voldermort's daughterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu