Part two ~ 137

56 1 0
                                    

Huilend liep ik door de gangen van Hogwarts, wanhopig op zoek naar iets of iemand die bij me wilde zijn. Niemand besefte dat ik nog maar zeventien was en dat ik mensen nodig had die voor mij zorgden. Die mij liefde gaven. Zelfs Xavier kwetste me liever dan dat hij me me praatte. Alsof je het over de duivel hebt... Xavier liep aan de andere kant van de gang en kwam me tegemoet. Ik veegde snel mijn tranen weg en liep stug door, maar hij stopte toen hij me wilde passeren.
'Misschien moeten we een keer praten,' zei hij zacht.
Ik beet op mijn lip.
'Misschien nu.'
Xavier schudde zijn hoofd.
'Jij gaat eerst nadenken over je actie.'
Ik keek naar beneden, maar besloot te knikken.
'Bovendien moet ik me inhouden om je niet verrot te schelden op dit moment, dus het lijkt me sowieso beter om het gesprek uit te stellen.'
'Zoals u wenst.'
Xavier had wellicht niet door dat de oorlog vrij snel naderde en dat het een kwestie van leven of dood zou zijn. Voor hetzelfde geld leefde een van ons niet meer. Dan was praten helaas niet meer mogelijk. Ik huiverde en onwillekeurig rolden er tranen over mijn wangen.
'Gaat het?'
Xavier's empatische vermogen leek te zijn teruggekeerd.
Ik schudde mijn hoofd.
'Ik heb niemand meer, Xavier. Als het oorlog is, ben ik alleen. Straks sterf ik, of jij - of iemand anders. Dan hebben we het nooit meer kunnen uitpraten.'
'En Snape dan?'
Ik zag hem stuntelen. Hij wilde niet met me praten en toch deed hij het.
'Snape - Snape haat me en heeft mij nooit beschouwd als iemand waar hij om zou geven.'
Xavier rolde met zijn ogen.
'Ik weet dat het rot is dat het uit is, maar zoiets doms zou ik nooit verzinnen om medelijden te krijgen!'
Woest keek ik hem aan.
'DAN GELOOF JE HET TOCH NIET, XAVIER!'
Hij gaf me onverwacht een harde duw, waardoor ik op de grond viel. Daarna liep hij me voorbij, alsof ik niets meer waard was dan het propje ellende dat nu op de grond lag.

Soms vroeg ik me af waarom ik het mezelf zo moeilijk maakte. Waarom ik in godsnaam niet gewoon bij papa en zijn Death Eaters ging wonen en maar gewoon accepteerde dat ik een slechterik was. Dan had ik al deze rottige gebeurtenissen niet hoeven mee te maken. De dood van Dumbledore, de ruzies met iedereen, Snape, die me zo behandelde en vooral Xavier. Hem ontmoeten was het beste dat me ooit overkomen was, waardoor hem vergeten waarschijnlijk onmogelijk was. Stiekem hoopte ik dat we ooit weer samen door één deur zouden kunnen. Ooit.

Harry had me nodig voor de Horcruxes. Daarom was ik hier en daar ging het om.
'Ik zoek een diadeem,' zei Harry kortaf.
Ik fronste mijn wenkbrauwen.
'Nu - ? Zullen we niet eerst de Horcruxes zoeken?'
Harry rolde met zijn ogen.
'Het is een Horcrux, dommerik. Had jij toch moeten weten, als dochter van Voldemort.'
Ik zweeg voor enkele seconden, maar zei daarna: 'als je me niet nodig hebt, dan kan ik ook weggaan.'
We liepen over de derde verdieping, op zoek naar iets wat leek op een aanwijzing, maar het was enigszins hopeloos.
'Het heeft iets met Ravenclaw te maken,' zei Harry.
'Waarom gaan we dan niet naar de Toren van Ravenclaw? Misschien kan iemand ons helpen.'
Harry keek me geïrriteerd aan, maar we gingen daar uiteindelijk wel heen.

Na vele dode blikken en geïrriteerde antwoorden, was het gelukt met het diadeem. Ik begreep niet waarom papa daar een Horcrux van zou maken, maar blijkbaar had het toch iets van waarde.
'Vernietig het.'
'Je kunt wel de hele dag zo kortaf doen, maar daar gaat dat ding niet vernietigd door worden, hoor!' snauwde ik. 'Dus zeg me hoe het moet, want dan doe ik het met al het plezier.'
'Je hebt de tand van een Basilisk nodig.'
Ik rolde met mijn ogen.
'En waar kan ik die zo snel vandaan halen, Potter? Kunnen Ron en Hermione dat niet doen?'
Harry gooide de tand naar me toe.
'Hebben ze al gedaan,' bromde hij en vlug liep hij weg.
Alleen bleef ik achter met een prachtig diadeem en een tand van een Basilisk. Het feit dat ik een stukje ziel van mijn bloedeigen vader in mijn hand had én dat moest vernietigen, was best een raar gevoel. Hoeveel ik mijn vader ook haatte, hij was mijn eigen vader en ik ging een steentje bijdragen aan zijn dood. Zachtjes legde ik de diadeem op de grond en precies op het moment dat ik de tand erin wilde steken, voelde ik een harde windvlaag, die me bijna omver blies. Geschrokken keek ik naar de personen die opeens verschenen waren. Papa, Lucius, Narcissa en Draco.
'Doe het niet,' zei papa. 'Lieverd, kom naar huis. We zullen goed voor je zorgen.'
'We zullen je voeden en verzorgen als onze eigen dochter,' glimlachte Narcissa. 'We hebben spijt, schatje.'
Ik was er zeker van dat dit niet echt was, maar toch voelde ik niet direct de noodzaak om ertegenin te gaan. Ze gaven me de indruk dat ze van mij hielden en dat had ik nu nodig.
'Als je het diadeem gaat vernietigen, is het over,' mompelde papa. 'Dan zal ik niet meer in staat zijn om voor je te zorgen.
'Zul je dan niet de wereld overnemen en Mudbloods vermoorden?' vroeg ik hoopvol.
'Natuurlijk niet,' antwoordde hij. 'Jij bent het belangrijkste dat er bestaat.'
Hij loog. Woest keek ik hem aan.
'Je liegt, papa! Je wilt gewoon dat ik het diadeem niet vernietig, omdat je anders Potter niet kan vermoorden. JULLIE HOUDEN NIET ECHT VAN MIJ!'
Ik stak de tand in de diadeem. Het was heftig. Een zwaar proces waar ik doorheen moest komen. Steeds kwam papa terug met zijn liefkozende woordjes, maar ik bleef stug volhouden. Het was voorbij.

‘Ik heb met Severus gepraat.’
Zijn binnenkomst verraste me net zoveel als de boodschap die hij met zich meebracht.
‘Waarom?’ antwoordde ik, met een droge keel. Ik had me teruggetrokken in mijn kamer met een boek, om even alle indrukken van vandaag te kunnen achterlaten. Ik durfde Xavier niet aan te kijken, want ik wist niet wat ik zou aantreffen in zijn blik. Xavier beet zachtjes op zijn lip en kwam naast me zitten.
‘Je had gelijk. Hij heeft al die jaren misbruik van je gemaakt.’
Ik balde mijn vuist.
‘Ja,’ fluisterde ik zachtjes. ‘Je geloofde me niet, Xavier. Je vertrouwde me niet.’
Xavier schudde zijn hoofd.
‘En dat doe ik nog steeds niet, Elena. Wat jij gedaan hebt tegenover Harry en tegenover mij, is kwalijk. Je loog tegen Harry en daarmee – daarmee liet je onze relatie in het water vallen. Nu ben je ons allebei kwijt.’
‘Ik wil jou niet kwijt,’ mompelde ik wanhopig. ‘Ik houd van je.... ik –‘
‘- Nee!’ onderbrak. Xavier abrupt. ‘Als jij echt zo veel van mij gehouden had als je me nu probeert wijs te maken, hadden we deze ruzie nooit gehad. Dan had je Harry meteen duidelijk gemaakt dat het over was tussen jullie.’
Ik zweeg. Mijn vermogen om iets tegen hem in te brengen, leek plotseling weggevaagd te zijn.
‘Je hebt niemand meer, Elena. Je bent helemaal alleen. Dat zal wel pijn doen.’
Ik knikte en sloot mijn ogen. De tranen dwarrelden over mijn wangen en de brok in mijn keel leek alleen maar erger te zijn geworden.
‘Wat doe je hier dan, Xavier?’ snikte ik. ‘Wilde je me nog één laatste keer kwellen?’
‘Dit was niet per se de laatste keer,’ mompelde hij.
Ik stond op van mijn bed.
‘Ik denk het wel.’
‘Wat bedoel je?’
Ik beet op mijn lip.
‘Je zegt het zelf. Ik ben alleen op deze wereld. Zolang er niemand meer is waar ik iets voor kan betekenen, wat heeft het leven dan voor zin?’
Daar wist hij geen antwoord op te geven. Ik pakte mijn koffer onder mijn bed vandaan en begon mijn spullen in te pakken.
‘Waar ga je heen?’
Ik haalde mijn schouders op terwijl ik mijn schoolgewaden in de prullenbak probeerde te mikken. ‘In ieder geval naar een plek waar ik niemand meer tot last zal zijn. Waar ik nooit meer levens kapot zal maken.’
‘Goh, volwassen, Elena. Je loopt wederom weg van je problemen.’
‘Luister,’ fluisterde ik. ‘Ik – ik ben niet meer geliefd hier en volgens jou zal dat ook nooit meer gaan gebeuren, dus ja. Ik loop weg voor mijn problemen, want ik kan niet mijn hele leven blijven hangen in deze problemen.’
‘Je doet ook niet echt je best om het goed te maken tussen ons!’ riep Xavier. ‘Je zit hier maar zielig te doen.’
‘ALSOF HET ZIN HEEFT DAT IK PROBEER DUIDELIJK TE MAKEN DAT IK JE NODIG HEB IN MIJN LEVEN! Ik heb toch net gezegd dat ik – dat ik van je houd. Dat wilde je niet eens geloven.’
‘Misschien heb je gelijk,’ antwoordde Xavier. ‘Vlucht maar, Elena. Ik kan het jou niet vergeven. Niet vandaag. Niet deze week.’
‘Oké,’ fluisterde ik gekweld. ‘Je moet wel weten dat ik jou nooit ga vergeten. Ik houd echt van je, Xavier. Echt heel veel. Misschien leek het niet zo, maar – maar ik heb nooit voor Harry willen kiezen.’
Ik gaf hem een klein kusje op zijn wang, pakte mijn hutkoffer en liep mijn kamer uit.

We found love right where we are ~ Voldermort's daughterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu