Ninety-nine

72 4 0
                                    

Alles leek voorbij. De wereld leek te zijn vergaan. Ik had gelijk gehad. Iedereen wist dat ik te maken had met de dood van Dumbledore en iedereen liep met een grote boog om me heen. Hermione en Ron vertrouwden me niet meer. Ze spraken het niet uit, maar ze gingen niet meer met me om. Harry had ook door dat ik iets te verbergen had, maar dat gevoel had ik bij hem ook.
Al bij al was dit niet de meest fijne situatie. Ik had mijn vrienden nodig, want verder had ik niemand meer. Dumbledore dood, Snape vertrokken, Sirius te ver weg, Lupin en McGonagall die me verafschuwden... het was verschrikkelijk. Ik voelde me zelfs zo slecht over wat ik gedaan had, oftewel wat ik dus eigenlijk niet gedaan had, dat ik niet eens kwam opdagen bij de begrafenis van Dumbledore. In de plaats daarvan, liep ik naar zijn kantoor toe en ging zitten op mijn vaste stoel. Ik begroef mijn hoofd in mijn handen en huilde. Ik huilde als nooit tevoren.
'Het spijt me zo,' fluisterde ik tegen mezelf. 'Vergeef het me - alsjeblieft.'
De tranen rolden over mijn ogen en ik stond op. Ik bestudeerde de prachtige kamer van Dumbledore. Mijn vingers gleden over de ruggen van de boeken in de boekenkast. Ik slaakte een zucht. Ik miste hem. Ik miste hem nu al.

Toen ik het kantoor verliet, merkte ik dat de begrafenis afgelopen was. Leerlingen liepen weer door de gangen alsof er niets aan de hand was. Alsof er niets gebeurd was.
Ik had nog geen seconde buiten het kantoor gezet of Harry kwam naar me toe gelopen.
'Waar was jij?' snauwde hij.
In mijn ooghoek zag ik McGonagall ook al mijn kant op komen. Geweldig.
'Ik was op zijn kantoor,' beantwoordde ik Harry's vraag.
'Waarom was je niet op de begrafenis, juffrouw Riddle? Albus betekende toch zo veel voor je?'
'STOP ERMEE!' schreeuwde ik plots. 'ALSOF JULLIE NIET ZIEN DAT IK HET OOK MOEILIJK HEB!'
'Je voelde je vast te goed om je op de begrafenis te laten zien,' zei Harry. 'Of juist te schuldig, natuurlijk.'
'Hoe Dumbledore is gedood, is met een goede reden gebeurd,' zei ik fel. 'Ik accepteer de reden, maar ik accepteer zijn dood niet. Ik ben net zo kapot van binnen als jullie allemaal, maar ik durfde niet bij de begrafenis te zijn. Iedereen - iedereen haat me.'
'Het is uit. Het laatste beetje respect dat ik voor je had, is weg.'
Ik slikte en ontweek Harry's doordringende blik. Hij liep weg. McGonagall stond naast me, maar ondernam weinig actie tot weglopen. Ze keek me aan en slaakte een zucht.
'Ik denk niet dat jij Albus laat vermoorden zonder uitermate goede redenen, maar je had wel bij de begrafenis moeten zijn, Riddle. De hatelijke reacties worden steeds erger en dit keer kan ik het de leerlingen niet kwalijk nemen.'
'Oké,' fluisterde ik gebroken van verdriet.
Nu had ik echt niemand meer. Nu was het officieel. Iedereen waar ik om gaf, had mij verlaten.

McGonagall was nu aangewezen als schoolhoofd. Dat was verschrikkelijk. Ze was strenger dan Dumbledore, maar voelde zichzelf minder schoolhoofd dan Dumbledore. Ze ging niet op zoek naar overtredingen, maar als je bij haar moest komen, wist je zeker dat er een week strafregels schrijven op je naam stond.
Het was maandag en ik sliep uit, omdat het eerste uur verviel. Snape was namelijk nog steeds niet op komen dagen, wat mij persoonlijk behoorlijk irriteerde.
'Hermione?'
Ik schoof het gordijn van mijn hemelbed open en keek naar een kant en klare Hermione.
'Wat?'
'Ik - kun je doorgeven aan Lupin dat ik niet kom?'
Ze lachte schamper.
'Het is goed met je, Elena. Zoek het lekker uit. Je wordt al genoeg verdacht. Als je nu ook niet meer komt opdagen bij de lessen, denkt iedereen strak dat je Dumbledore ook nog eens vermoord hebt!'
Geërgerd sloeg ik het dekbed van me af. Douchen. Misschien hielp dat me.

Hoewel ze het hatelijk gebracht had, had ze wel gelijk. Misschien was het maar beter om wel op te komen dagen bij de lessen. Hoeveel haat ik dan ook zou krijgen, het zou misschien wel verdiend zijn. Een gewetenskwestie. Was het echt wel de moeite waard om Dumbledore te laten sterven? Moest ik Snape echt niet tegenhouden? Maar het was Dumbledore's eigen idee. Waarom kon ik niemand vertellen waarom dit gebeurd was? Ik slaakte een zucht. Ik had de afgelopen dagen zo veel nagedacht, maar ik werd er eigenlijk alleen maar onrustiger van. Ik moest stoppen met denken, maar verder gaan. Verder gaan met leven, want zo lang ging het niet meer duren.

Lupin was helaas nog steeds boos op me, net als de kinderen in de klas.
'Elena, ik stel voor dat je achterin de klas gaat zitten en een samenvatting gaat schrijven van hoofdstuk 6. De rest van de klas mag gaan staan voor een praktijkles.'
'Oké,' mompelde ik verdrietig.
Wat een giller. Hij durfde me niet eens meer te laten vechten. Zwakkeling. Geïrriteerd pakte ik mijn boek en wat perkament en ging aan de slag. De klas moest de Imperius Curse op elkaar beoefenen. Nieuwsgierig keek ik toe. Dit ging nooit goed. Draco stond al tegenover Harry voordat Lupin gezegd had dat ze paren moesten vormen. De spreuken vlogen door de lucht. De ene vloek nog mislukter dan de ander. Ik grijnsde. Dit zag er zwakzinnig uit. Draco had er genoeg van en begon vrolijk andere spreuken te gebruiken. Lupin was bezig met Hermione en had het niet door. Maar ik wel. Aandachtig keek ik naar het gevecht. Draco had Harry met Expelliarmus tegen de muur aan gegooid, maar Harry was opgestaan en vervloekte Draco, zodat hij bebloed met zijn rug tegen een tafel aan knalde. Ik sprong overeind en rende snel naar Draco toe. Hij was bewusteloos en ademde maar zwak. Met mijn staf probeerde ik het bloed te stoppen. Lupin had ondertussen ook door dat er iets mis was en kwam op ons afgerend.
'Had ik niet gezegd dat jij achterin de klas moest zitten? Wat heb je gedaan?!'
Vol ongeloof keek ik Lupin aan. De tranen stonden in mijn ogen.
'Ik heb dit niet gedaan,' fluisterde ik.
De wonden van Draco heelden en hoewel ik hem naar de ziekenzaal wilde brengen, duwde Lupin me haast omver zodat hij het kon doen.
'Hier blijven,' zei hij kortaf.
Ik knikte afwezig. Mijn blik gleed naar Harry. Hij ging altijd te ver. Stommerd.
Een paar minuten later kwam Lupin weer terug. De bel ging, maar hij liet mij zitten samen met Harry.
'Draco was bijgekomen en heeft verteld dat jullie in gevecht waren, Harry. Is dat juist?'
Harry keek even naar mij, maar knikte toen schoorvoetend.
Lupin's blik gleed naar de mijne. Hij slaakte een zucht.
'Sorry.'
'Dat is alles wat je kunt zeggen?! U heeft mij gekwetst, professor!'
'Er is anders vaak genoeg een gevecht waar jij wel betrokken bij bent,' beet hij me toe.
Ik staarde hem aan. Hij was altijd zo lief. Zo geweldig. Maar nu niet meer. Nu was hij net als alle andere leraren: een hater.
'Ik wil niet op deze manier leven,' mompelde ik. 'Ik kan het echt niet. Iedereen waar ik van houd, is verdwenen als sneeuw voor de zon. Iedereen haat me, terwijl ik ook echt de steun nodig heb.'
'Het is toch echt je eigen schuld, Elena,' zei Harry. 'Je wist dat je Dumbledore levend had kunnen houden.'
'En dat deed ik niet omdat hij me zelf OPDROEG hem te laten vermoorden. Weet je? Laat maar! Ik - ik verdien dit. Ga maar gezellige anti-Elena clubjes oprichten of zoiets.'
Boos pakte ik mijn spullen en verliet het lokaal.

Ik was dapper genoeg om de rest van de lessen ook bij te wonen. McGonagall had veel over me te klagen, maar zo hatelijk als Lupin en Harry, was ze gelukkig niet. Ik hield de hele les mijn mond dicht. Misschien dat het daarom beter ging dan bij Lupin. Zolang ik maar niet ging praten.
Tijdens het zelfstandig werk, begon de opstand weet een beetje te ontwaken. Pansy en Millicent riepen kreten naar me die ik liever niet had willen horen. Ze gingen zelfs zo ver dat McGonagall de boel suste. Woedende blikken waren echter genoeg om hun gevoel tegenover mij uit te brengen.

Een week verstreek....

Ik slaakt een zucht. Ik huilde. Hard. Midden op de gang, maar ik kon het niet meer. Ik kon niet meer leven zoals nu met mij omgegaan werd. De tranen gleden over mijn wangen. Het werd tijd om Hogwarts te verlaten. Om mijn vader op te zoeken en me weer onder de Death Eaters te vermengen. Dat was het beste voor iedereen. Sinds dat Dumbledore gestorven is, heb ik niet één dag gehad zonder dat ik gehuild had. Ik had verdriet. Intens verdriet. Maar hier kon ik niets verwerken. Hier moest ik rekening houden met de hele school. Iedereen had een mening over me en iedereen haatte me. Zo kon ik niet proberen verder te gaan. Ik beet op mijn lip en pakte toen stevig mijn hutkoffer beet. Ik schoof een briefje onder het kantoor van Lupin, waar ik hem uitvoerig bedankte voor al die keren dat hij er voor me was. Ook zei ik dat ik hoopte dat we ooit weer samen door een deur zouden kunnen. Ik had hem nodig. Hij was de enige persoon waar ik op kon rekenen. Als laatste bood ik mijn excuses aan voor alles wat ik veroorzaakt had. Ik hoopte dat het genoeg was. Ik hoopte dat ik hem niet zou verliezen zoals de rest van de personen waar ik van hield.

We found love right where we are ~ Voldermort's daughterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu