Part two ~ 139

61 3 0
                                    

‘Laat haar los,’ zei Snape. ‘Als u haar nu doodt, kunnen we haar niet meer gebruiken om Potter te lokken naar u.’
Ik beet op mijn lip. Alsof Harry mijn dood erg genoeg zou vinden om naar mijn vader toe te gaan. Dat zei ik maar niet. Elke seconde die ik nog langer te leven had, was mooi meegenomen. Papa liet me los en snel rende ik weg. Ik wist niet waarheen. Ik wist niet wat ik moest doen. Meevechten met de goede kant was geen optie, want ik wilde hun tactiek niet in de war schoppen, maar vechten aan mijn vaders kant was al helemaal niet de bedoeling. Ik huilde. Er werd niet gevochten door mij vandaag.
Ik haat dit. Ik vind het verschrikkelijk om niets te kunnen doen, terwijl ik mensen hoor schreeuwen en gillen op de gangen. Mijn hart wil meedoen, aanvallen. Vechten tegen papa. Mijn hoofd zegt echter iets anders. Ik moet hier blijven, want ik zal hun plan verpesten, wat dat ook mocht zijn. IJsberend liep ik door mijn kamer, maar werd bruut onderbroken toen de deur opengegooid werd. Xavier stapte naar binnen en sloot snel de deur. Hij was gewond aan zijn hoofd, waar bloed langs zijn slaap liep. Verder waren zijn kleren verscheurd en zijn haar zat in de war.
'Het spijt me, Elena,' fluisterde hij, terwijl de tranen over zijn wangen liepen. 'Alsjeblieft, help ons.'
Ik keek hem verbaasd aan, maar hij ontroerde me. Hij gaf toe aan zijn koppigheid. Eindelijk.
'Je hebt al het recht om me te haten,' zei ik emotioneel, terwijl ik mijn toverstok zocht. 'Maar nu - nu telt dat niet.'
Xavier pakte voorzichtig mijn hand vast. Ik keek hem in zijn ogen en zag pijn. Verslagenheid. Maar ik voelde zijn hand in de mijne en het gaf een bekend gevoel. Tintelingen door mijn lijf, mijn hart dat explodeerde.
'Ik haat je niet,' zei hij zacht. 'Nooit.'
Een kleine zoen kwam terecht op mijn voorhoofd. Ik kon de glimlach van opluchting niet bedwingen, ook al waren daar de omstandigheden niet naar. Ik haalde diep adem.
'Ik zou er alles voor doen om jouw prachtige lippen op die van mij te zien.'
Xavier beet zachtjes op zijn lip.
'Dat komt nog, misschien. Eerst gaan we een oorlog winnen.'
Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. We stonden er slecht voor. Papa en zijn Death Eaters waren sterker dan de leerlingen die wilden meevechten. De enigen die een beetje konden vechten, waren de leden van the Order of the Phoenix.
'Wat was het plan?' mompelde ik in Xaviers oor.
Hij haalde zijn schouders op. Ik rolde met mijn ogen. Zonder plan was vechten nutteloos.
'Ze is hier!' schreeuwde een Death Eater. 'Jouw papa was al naar je op zoek, meisje.'
Omdat ik wist dat ze de opdracht gekregen hadden om mij niet te vermoorden, stak ik mijn toverstok uit.
'Expelliarmus!'
Met een windvlaag kwam de Death Eater terecht tegen de muur en belandde zijn toverstok in mijn hand. Xavier grijnsde, maar zei niets. We liepen naar the Great Hall, waar de gewonden en vermoorde mensen lagen. Ik schrok, terwijl de tranen automatisch over mijn wangen begonnen te stromen. De man die mij geholpen had. Die streng voor me was, maar altijd het beste uit mij probeerde te halen. Lupin. Levenloos lag hij op de grond, naast zijn vrouw.
'Nee,' fluisterde ik. 'Dat kan niet. XAVIER, DIT KAN NIET!'
Hij lag daar zo vredig, alsof hij sliep en gewoon op kon staan. Ik wist niet wat ik moest doen met mijn verdriet, waardoor ik Xavier een harde duw gaf, om zo mijn verdriet te uiten. Woest greep ik mijn toverstok en rende ik the Great Hall uit.
'AVADA KEDAVRA!' schreeuwde ik naar een Death Eater. En naar nog een, en nog een. Het interesseerde me niets meer dat ik mensen vermoordde. Ik kwam Harry tegen op de gang.
'Je moet naar Snape,' zei hij snel. 'Je vader - Nagini heeft Snape gebeten.'
'Waar is hij?!' riep ik.
'Boothuis.'
Ik knikte en rende. Ik rende alsof mijn leven ervan af hing. Ik wist niet wat ik ging aantreffen. Of hij nog wel leefde. Maar ik moest weten of hij me echt nooit gemogen had. Dat moest ik gewoon weten.
Snape bewoog niet meer, maar zijn ogen waren open. Ik rende erheen.
'Niet doodgaan,' snikte ik. 'Alsjeblieft.'
'Je bent - hier,' fluisterde hij.
Ik knikte en probeerde hem te helen. Het bloeden te laten stoppen. Dat lukte, natuurlijk, maar hij had veel bloed verloren. Ik hoopte dat hij het ging redden.
'Haat je me?'
Ik moest het weten.
Snape schudde zijn hoofd.
'Nooit.'
'Maar - maar wilde je me dan wel in huis nemen?'
Snape schudde wederom zijn hoofd.
'Dus je hebt gelogen?'
Snape knikte.
'Alsjeblieft, Elena,' mompelde hij. 'Red me.'
Ik knikte en toverde een brancare. Niemand mocht me zien, maar dat was haast onmogelijk met een zwevende brancare. Ik toverde hem weer weg.
'We gaan lopen,' antwoordde ik kortaf.

We found love right where we are ~ Voldermort's daughterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu