Part two ~ 106

51 4 0
                                    

Woest liep ik terug naar mijn lokaal. Mijn handen balde ik tot vuistjes en ik trilde. Ik trilde van woede. Snape die zijn macht misbruikte. Die mij huisarrest gaf. Dat kon hij niet maken. De kinderen mochten dit niet weten. Ze moesten ontzag voor me hebben en als ze wisten dat Snape mij nog kon behandelen als een kind, zou mijn machtspositie sterk omlaag gaan. Ik slaakte een zucht en ging achter mijn bureau zitten. Een traan gleed over mijn wang. Ik wilde mijn leven terug zoals het was. Met mensen die om me gaven. Nu was ik alleen. Doodongelukkig. Eenzaam.

De lessen die erop volgden, gingen niet zo goed. Ik was niet mezelf en dat merkte ik, maar de eerste lessen had ik ingevuld met voorstelrondjes en kletsuurtjes. Dat vergde minder inspanning van mijn kant. Dat was beter dan het laten brouwen van Potions en ik, die daar mijn complete aandacht aan moest geven.
Aan het eind van de dag kwam Mia, zoals afgesproken, naar me toe.
'Ga zitten,' zei ik vriendelijk, terwijl ik haar wat thee inschonk.
Ik zag de pijn in haar ogen. De zwakheid die ze toonde, die ze niet kon overmeesteren.
'Het spijt me dat ik in de les weinig aandacht aan je besteed heb.'
Ze keek me niet aan. Leek dat niet te durven. Haar handen gleden verlegen naar de thee. Ik beet op mijn lip. Zo jong. Zoveel geleden.
'Dat is niet erg,' fluisterde Mis gekweld, nog altijd met haar blik afgewend.
'Ik ben werkelijk anders dan mijn vader.'
'Hoe kan ik u vertrouwen?'
Voor het eerst keek ze me aan. Ik slaakte een zucht.
'Ik ben ook maar een kind. Een kind dat zich al jaren afzet tegen haar vader, met alle gevolgen van dien. Ik ben gemarteld geweest, heb opgesloten gezeten - kortom, ik ken de klappen van de zweep. Letterlijk. Je hoeft geen woord te geloven van wat ik zeg, maar ik wil je gewoon laten inzien dat ik er voor jou wil zijn. Ik ben er altijd, al is het maar om mijn slechte naam te zuiveren.'
Mia keek me dankbaar aan. Ik glimlachte en pakte haar hand vast.
'Wil je me vertellen over je ouders en je broertje?'
Ze kreeg tranen in haar ogen, maar knikte.
'Je mist ze pas als ze echt weg zijn. Ik - het is raar dat ze mij niet meer zien opgroeien. Dat ik alles zelf moet doen. Papa die me leerde fietsen, mama die er altijd voor me was... mijn broertje - altijd ruzie, maar ik mis hem zo.'
Een traan gleed over mijn wang. Ik beet op mijn lip. Mijn vader had haar familie kapot gemaakt. Mijn eigen vader. Ik stond op en liep naar Mia toe. Ze keek me aan, maar stond ook op. Ik sloeg mijn armen om het tengere lichaampje heen, niet wetend wat ik anders moest doen. Wat kón ik doen?
'Het spijt me,' fluisterde ik.

Al bij al was mijn eerste schooldag een achtbaan vol emoties geweest. Woede, verdriet en geluk. Alsof ze ooit te combineren vielen. Ik zat op bed een boek te lezen. Het avondeten was zojuist afgelopen en ik wist niet wat ik moest doen nu. Als student had ik huiswerk gemaakt of was ik op avontuur gegaan. Nu, als leraar mét voorbeeldfunctie, kon ik dat natuurlijk niet maken. Mijn gedachten dwaalden af naar Harry. Hoe zou zijn dag gegaan zijn? Waren ze al op een spoor? Er werd op mijn deur geklopt.
'Binnen,' zei ik mompelend, terwijl ik mijn boek weglegde.
Snape kwam binnen. Vuil keek ik hem aan, mezelf afvragend wat hij in godsnaam hier deed.
'Ik en de andere leraren gaan wat drinken in Hogsmeade.'
Aan mijn kant bleef het een tijdje stil. Ik wist niet wat ik op deze mededeling moest zeggen.
'Dus als jij je afvraagt waar we zijn, dan weet je dat.'
Ik haalde mijn schouders op en richtte me weer op mijn boek.
'Had je mee gewild?'
'Ik heb toch huisarrest?' beet ik hem toe. Een snerende opmerking van Snape leek haast onvermijdelijk, maar hij hield zich in. Enigszins.
'Ik zeg ook niet dat je mee mag, Elena.'
'GA DAN WEG!' schreeuwde ik plotseling. 'LAAT ME MET RUST!'
Het duurde niet lang voor hij bij me was. Zijn hand greep naar mijn bovenarm en hij trok me van het bed. Angstig keek ik op hem neer, huiverend. Zijn greep verslapte en uiteindelijk leek hij helemaal los te hebben gelaten. Ik ademde snel, wat tegenstrijdig was met angst om één vin te verroeren.
'Doe me niets,' piepte ik.
'Waarom schreeuwde je tegen me, Elena? Kon je jouw woede weer niet beheersen?'
Ik zei niets. Misschien had ik wel moeite met het beheersen van mijn woede, maar dat was niet de reden dat ik nu driftig gereageerd had. Het was onredelijk geweest dat ik huisarrest gekregen had,
'Kunnen we praten?' vroeg ik zacht. 'Alstublieft.'
'Ik moest eigenlijk - '
'Oh ja. Nou, ik zie al wie er belangrijker is. Ga maar lekker naar de collega's. Ik - ik vermaak me wel.'
Dat was gelogen. Ik piekerde aldoor. Ik wilde niet de hele tijd aan mijn vrienden denken, dus een uitstapje zou een goede afleiding geweest zijn. Maar helaas moest Snape dat van me afnemen.
'We gaan een andere keer praten.'
Ik wist waarom hij dat zei. Ik wist waarom hij me in de steek liet. Hij wilde me laten voelen dat ik straf had. Dat ik stout geweest was en dat hij het me niet vergaf bij het zien dat ik het lastig had gehad vandaag.
'Goed,' fluisterde ik en Snape deed de deur achter zich dicht.

We found love right where we are ~ Voldermort's daughterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu