Het is al 8 uur geweest als ik wakker word. Sayen is al opgestaan, iets wat me niet vaak gebeurt. Meestal ben ik eerder wakker als haar. Ik mis haar warmte tegen me aan.
Ik vind haar in de keuken, ze is de picknickmand voor vanmiddag klaar aan het maken. Ik had het kunnen denken. Ik zie dat ze van allerlei lekkernijen heeft klaargemaakt, en ik probeer er een te stelen om te proeven.
Ze tikt me op mijn vingers en lacht: 'Afblijven, dat mag je pas vanmiddag proeven.' 'Maar het ziet er allemaal zo lekker uit, ik mag toch wel iets lekkers proeven?'
Sayen draait zich om en geeft me een zoen. Ze zegt: 'Was dat lekker genoeg?' 'Het begint er op te lijken, maar ik heb maar net een beetje kunnen proeven.'
Ze geeft me nog een lange stevige zoen, die me alle honger doet wegnemen. Toch krijg ik het voor elkaar om een koekje, dat op de rand van het aanrecht lag, mee te smokkelen.
Ik zeg: 'Dat was een heel stuk beter. Ik ben eens benieuwd hoe dat vanmiddag nog smaakt. Ik zal toch zeker moeten testen of het niet slecht geworden is.' Dan draai ik me om, en wil weglopen. Sayen merkt dat het koekje verdwenen is, en wil het terug halen. Ik steek het snel in mijn mond, en kijk haar ondeugend aan.
Ze lacht en geeft me een tik tegen mijn billen. 'En nu weg hier uit de keuken, voordat je me alles weg snoept.' Lachend loop ik de keuken uit en ga me snel douchen. Even later sta ik weer fris terug in de keuken, gekleed in een spijkerbroek en t shirt. Hoewel het echt wel kouder buiten is, heb ik het sinds ik weerwolf ben, niet meer koud gehad.
Het zal wel een weerwolfding zijn, tenminste daar ga ik van uit. Sayen ziet me binnenkomen, en zegt: 'Heb jij het geen koud in dat shirt? Het is amper 12 graden buiten en ik denk niet dat het heel erg warm zal worden.'
'Waarom? Ik heb jou toch om me warm te houden... Maar ik neem wel een jas mee, verder heb ik het helemaal niet koud.' Sayen schudt een keer haar hoofd en zegt: 'Als je verkouden wordt, dan ligt het niet aan mij. Ik heb je gewaarschuwd.' Dan ga ik terug naar de slaapkamer en trek een trui aan. Ik vind het veel te warm, maar ik doe het om Sayen tevreden te stellen. Dan ontbijt ik nog snel, en daarna gaan we naar Harley, om de plannen van ons huis door te spreken.
Als we buiten komen, regent het lichtjes. Het ziet er niet naar uit dat het blijft regen, de zon breekt al weer door. Al snel komen we bij Harley, die al ons staat op te wachten. Hij heeft zich een klein kantoortje langs zijn huis gebouwd, en ik vraag me af, hoe hij daarvoor nog tijd heeft gevonden.
'Goedemorgen Harley, ik zie dat je nog tijd heb gevonden om een kantoortje te bouwen.' 'Goedemorgen Mark, goedemorgen Sayen. Ja, ik heb tussen de bedrijven door nog tijd gehad om dit klaar te krijgen. Het is niet groot, maar groot genoeg om te beginnen.'
We lopen het kantoortje binnen. Het is echt niet groot, maar er is genoeg ruimte voor een bureau en een kast en een aantal stoelen. Harley zegt: 'Ik ben zo vrij geweest een schets te maken voor jullie huis. Maar ik weet nog niet wanneer ik er aan kan beginnen, ik heb het zo druk.'
'Je krijgt hulp. Morgen komen er een hoop mensen me helpen de bouw klaar te krijgen. Ik hoop dat je het niet erg vindt.'
'In tegendeel, ik ben er blij mee. Dat zou me heel erg helpen, want ik weet van gekkigheid niet meer hoe ik het allemaal moet doen. Het zou me ook wat rust geven, en dan hoef ik alleen maar te kijken of het allemaal naar planning en tekening verloopt.'
'Zo hadden we het ook gedacht het te gaan doen. Ik wou je opdracht niet wegnemen.'
'Het is al goed, Mark. Ik ben al lang blij dat het goed opgelost is. Met hoeveel komen ze eigenlijk?'
JE LEEST
White, Maanprinses & de zoon van Akycha
WerewolfHoogste ranking in Weerwolf: 1 Mark is een doodgewone jongen van 21 jaar, die alleen met zijn vader leeft. Ze zijn arm, en hebben niet veel te besteden, maar zijn gelukkig. Maar zijn vader is erg ziek en overlijdt aan de ziekte. Verder heeft Mark ge...