Het begin van de beproeving

1.1K 67 1
                                    

-=-=-=-=-=-=-=-=-=-


Mark weet me nog steeds te verrassen. Hij weet hoe hij vrienden en bondgenoten moet maken.

Nu heeft hij zijn tweede geweer aan James gegeven. Die was helemaal beduusd van zijn actie. Eerst gunt Mark hem al de eer om de beer te mogen opzetten, en dan geeft hij er ook nog een prima geweer voor, ook nog.

Hij heeft in James een bondgenoot gevonden. Maar met Lucas heeft hij ook een bondgenoot gevonden. Lucas is erg gevoelig voor de bescheidenheid, die Mark heeft. En bovendien is Lucas behoorlijk onder de indruk van de schietkunsten van Mark.

Ik heb vanmorgen even met hem gepraat, toen hij klaar was met het opruimen van het kampvuur. Mark kan zijn steun straks goed gebruiken. En James is een man met aanzien hier. Zijn familie woont al erg lang hier. Ik beschouw ze praktisch als familie, en dat wil wat zeggen.

Ik heb vanmiddag de gevaren van de beproeving uitgelegd. Ik heb hem verteld van de stropers en de vele wolven. Daar heeft hij natuurlijk al wat van gehoord, dat is ook niet erg. Maar hij scheen er niet erg van onder de indruk.

Wel let hij ontzettend goed op. Ik hoef het hem geen tweede keer uit te leggen. Hij weet wat hij wil en hij weet hoe hij het wil doen. De knul blaakt van het zelfvertrouwen, dat straalt er aan alle kanten af.

De jonge vrouwen zwijmelen al bij zijn aanblik, maar hij schijnt het niet eens op te merken, of doet alsof hij het niet opmerkt. Daarvoor is hij veel te slim. Als die vrouwen bij hem een kans willen maken, zullen ze toch wat meer moeten doen, als hem lonken met een paar knipperende ogen.

-=-=-=-=-=-=-=-=-=-

Als ik terug kom van James, staan er enkele meisjes naar me te loeren. Ze proberen hun best een reactie van me uit te lokken, maar ze interesseren me niet. Ze zijn leuk om naar te kijken, ze zijn beeldschoon.

Maar ik kan een beeldschone vrouw bijna op iedere hoek vinden. Daar heb ik geen uitdaging meer aan. Ik wil meer. Een vrouw met pit, een vrouw die me uitdaagt. Een vrouw die wat tegen me durft te zeggen. Ja, dat wil ik. Misschien dat ik daarom wat meer op oudere vrouwen val. Die zijn wat meer ervaren.

Maar ik heb nu geen tijd om aan vrouwen te denken, ik moet me voorbereiden op mijn beproeving. Ik wil morgen al gaan en dan wil ik klaar zijn.

Als ik weer terug op mijn kamer kom, controleer ik al mijn spullen nog een keer. Ik besluit de foto, die ik van Joe's vrouw heb gekregen uit het lijstje te halen en in mijn rugzak te stoppen. Ik wil een herinnering van mijn ouders mee hebben op mijn beproeving.

Jack komt kijken wat ik aan het doen ben. Als ik hem vertel, dat ik morgen wil gaan, knikt hij goedkeurend. Hij zegt me, dat hij het al verwacht had. Ik ben blij met een grootvader als hem. Hij is een goede leider voor de gemeenschap, ik merk het aan alles. Mensen luisteren naar wat hij zegt en hij luistert naar hen. Ik zie hem als een groot voorbeeld, en ik begin van de man te houden. Maar ook van mijn tante, eigenlijk mijn hele familie. Ik zou ze al niet meer willen missen.

En ik zal ze gaan missen op mijn beproeving. Ik zal ongeveer 2 maanden weg zijn. Dat is lang, ik ben nu pas 2 weken hier en ik begin nu al te houden van de bewoners hier in het dorp. Ik snap niet, dat mijn vader hier ooit weg wilde. Maar heimwee is een raar iets. Ik hoop niet, dat ik er ooit last van krijg.

Ik heb mijn rugzak klaar. Janine heeft me een klein stoffen zakje vol met eten meegegeven voor de eerste dagen, zodat ik goed kan opschieten en geen eten hoef te verzamelen. Ze is echt als een tweede moeder voor me, en volgens mij ziet ze me ook als haar kind. Ik kan het in ieder geval erg waarderen.

Na het avondeten ben ik nog even kort bij Yves en Harold langs gegaan. Ik heb ze verteld, dat ik morgenvroeg begin aan mijn beproeving en ze hebben me succes gewenst.

Ik ben al vroeg wakker. Ik kijk naar buiten, de zon staat al hoog aan de hemel, al is het pas 5 uur 's morgens. Ik kan niet meer slapen, toch dwing ik me te blijven liggen.

Als ik Janine hoor opstaan, om het ontbijt klaar te gaan maken, sta ik op. Ze begroet me en zegt: "Goedemorgen Mark, heb je een beetje kunnen slapen? Je zult wel gespannen zijn voor je beproeving. Geen zorgen, ik heb er vertrouwen in, dat je het haalt."

Ik geef haar dankbaar een knuffel, ze heeft me perfect aangevoeld. Ik ben inderdaad gespannen. Ze geeft me een grote mok koffie, en zet brood op tafel. Jack is ook al wakker en komt aan tafel zitten. Hij zegt: "Goedemorgen alle twee. Goed geslapen?" en hij lacht.

Hij zegt: "Het is niet erg als je gespannen bent, dat zorgt er voor dat je scherp blijft. Ik was ook gespannen toen ik aan mijn beproeving begon. Heel erg gespannen. Maar ik heb het gehaald. Dat kan jij ook, daar twijfel ik niet aan." Als we klaar zijn met het ontbijt, is het tijd voor me te gaan vertrekken. Ik omarm de twee mensen, die me in korte tijd erg dierbaar zijn geworden, en pak mijn rugzak en neem afscheid. Het valt me zwaar, maar ik weet dat ik verder moet gaan.

Als ik langs enkele huizen loop, wordt me van verschillende kanten succes toegewenst. Ik krijg er bijna een rode kleur van op mijn wangen. Als ik langs het huis van James kom, rent hij me achterna en roept me. Hij geeft mee een leren ketting, met daaraan een klauw van een adelaar, en daarom enkele kralen van steen. Het ziet er prachtig uit.

Hij zegt: "Dit moet je geluk brengen. En als het je geen geluk brengt, heb je in ieder geval een herinnering aan een goede vriend." Ik bedank hem, en zeg dat ik trots ben hem als een vriend te mogen beschouwen. We omhelzen elkaar, maar dan ga ik verder, het bos in.

White, Maanprinses & de zoon van AkychaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu