White, Maanprinses & de zoon van Akycha

Te gast bij Usuik

Ik loop dan snel naar boven, langs de richel en vind mijn kleine roedel voor de ingang van de grot. 'Je hebt het al gevonden, zie ik. Waarom zijn jullie nog niet naar binnen gegaan?'

'Ja, toen we hier moesten wachten, zagen we het plotseling. En we zijn al even binnen geweest, maar weer snel naar buiten gegaan. Er zit daar een grote beer zijn winterslaap te houden.'

'Dat is inderdaad een probleem, maar ik denk niet dat we een keus hebben. Blijven jullie hier, dan ga ik naar binnen.'

'Doe wel voorzichtig, ik denk dat het een grizzly is en die zal echt niet blij zijn, als we hem wekken.'

'Laat dat maar aan mij over.'

Ik loop dan de grot in en al snel vind ik de beer. Die kun je ook moeilijk over het hoofd zien, hij ligt opgerold tussen enkele grote stenen in te slapen. Ik loop dichter naar de beer toe en dan zie ik het. Het is geen hij, maar een zij. Dat maakt het niet bepaald gemakkelijker, omdat ze zeer waarschijnlijk drachtig zal zijn, en dus ook agressiever. Toch moet ik haar wekken, ook al staat me dat niet aan.

Maar schijnbaar sliep de beer toch niet zo vast als ik dacht. In een mum van tijd staat ze op en begint hard te grommen. Maar ik laat me niet intimideren en leg een link naar haar toe.

Daarvan schrikt ze wel behoorlijk en ik zeg: 'Rustig maar, we komen hier niet om je weg te jagen, we willen alleen maar beschutting tegen de zware storm die gaat komen. We laten je verder met rust, als we hier mogen overnachten.'

De berin is echt hard geschrokken en zegt: 'Wat is dit en hoe kun jij in mijn hoofd praten?'

'Ik zal me even voorstellen. Ik ben Yakome en ik ben een weerwolf, beter gezegd, ik ben een heel speciale weerwolf met bijzondere krachten. Ik kan met je praten via een link. Ik wist niet dat ik het ook kon met een beer, maar schijnbaar is het me wel gelukt.'

'Ik ben Usuik. Je hebt me wel behoorlijk laten schrikken, want ik werd wakker door je geur. Met hoeveel zijn jullie?'

'We zijn met twee roedels. Mijn roedel bestaat uit totaal 3 weerwolven en twee gewone wolven. De andere roedel bestaat uit 11 gewone wolven. Ik garandeer dat ze je niets doen, anders krijgen ze met mij te maken. En we zullen je ook hier niet storen, we gaan wel liggen in de grot, die hiernaast grenst.'

'Is hier nog een grot dan? Dat wist ik niet.'

'Ja, als je goed kijkt, zie je daar de ingang in die hoek.'

'Ik kom hier toch al enkele winters, maar die heb ik nog nooit gezien. Misschien dat ik daar veiliger lig, mochten die stropers weer eens voorbij komen. Want ik ben wel bang, dat ze me hier eens vinden.'

'Ik zal eens met mijn wolven gaan praten, misschien vinden ze het niet erg, als je erbij komt liggen.'

'Als ze me verder met rust laten, dan heb ik daar geen problemen mee.'

'Ik zal het je zo laten weten.'

Ik loop weer terug, de grot uit. Buiten staan Adessa en Romeo me gespannen op te wachten.

'En?'

'Geen probleem. Ik heb haar wel wakker moeten maken, maar ik heb haar al snel kunnen overtuigen, dat we geen bedreiging voor haar zijn. Dus is ze dat ook niet voor ons. Ze heeft er geen probleem mee, de grot met ons te delen.'

'Dus we kunnen hier overnachten?'

'Ja, maar we zullen niet de enige zijn, die hier overnachten. Die andere roedel komt ook hier overnachten. Ze zullen ons begeleiden naar Wolves Peak en misschien ook nog wel terug naar huis.'

Romeo zegt dan: 'Wat heb je je nu weer op je hals gehaald, Yakome?'

'Je kent me toch, ze vroegen om hulp, dus geef ik ze die. Ze willen van ons leren. Daar heb ik geen problemen mee.'