Dan zegt Leonard: 'Dineert u vanavond met ons mee? We hebben extra kreeften laten aanrukken, ter ere van uw komst.'
Dat lijkt me heerlijk en ik kijk Sayen aan. Met een haast onzichtbaar knikje stemt ze toe.
'Dat is goed. Laat u ons weten hoe laat het eten is? We wilden nog wat gaan uitrusten van de reis.'
'Dat is geen probleem. Ik wou enkel even beter kennis maken met u. Ik zal u niet verder lastig vallen, praten kunnen we later ook nog wel.'
En daarmee neemt hij afscheid en zijn vrouw volgt hem op de voet. Als hij weg is, zegt Sayen: 'Wat was dat voor een vreemde man? Hij probeert heel oprecht te klinken, maar hij lijkt me zo glad als aal. Ik denk dat hij hier zijn roedel met zeer harde hand handhaaft, want hij lijkt geen tegenspraak te dulden. En die handkus. Wat ongemakkelijk was dat! Ik kon wel door de grond zakken.'
'Ik was er ook niet echt blij mee, en zijn vrouw al helemaal niet.'
'Dat merkte ik ook. Ik hoop niet dat we de rest van de tijd dag in dag uit met hem opgescheept zitten, want dan bel ik nu nog Dave op, dat hij terug moet komen.'
'Dat zal wel meevallen, en anders zal ik hem toch echt even moeten aanspreken. Dat zal ik toch wel doen, want ik vind het niks, dat we geschaduwd worden. Voor onze veiligheid, zegt hij. Dat geloof ik namelijk niet zo hard.'
'Dat idee had ik ook al.'
Ondanks dat ik geslapen heb in het vliegtuig, ben ik nog steeds moe. En Sayen is ook nog steeds slaperig. We kleden ons uit en gaan dan in bed liggen.
Een paar uur later worden we wakker door geklop op de deur. Het is een van onze bediendes, Sharon. Ze komt ons wekken, omdat het eten over ruim een half uur opgediend wordt. Ze brengt ons enkele grote handdoeken, zodat we ons kunnen douchen.
Ze glipt dan stil en haast onopgemerkt weer de deur uit. De badkamer is twee keer zo groot als onze badkamer. Tot ons genoegen staat er ook een groot bubbelbad in. Daar gaan we zeker nog een keer gebruik van maken...
Een ruime tweepersoons douche is er ook, en we vinden het jammer dat we voor het eten verwacht worden. Het verlangen naar elkaar begint te groeien.
Maar we kleden ons aan en Sayen föhnt haar haren droog. We zijn dan ook maar net op tijd klaar, als Sharon ons komt halen voor het eten.
Ze begeleidt ons naar een enorme ruimte, waar de wanden volhangen met oude schilderijen. Het zijn zonder uitzondering taferelen van strijd met indianen. De Alpha stamt zeer duidelijk van een kolonist af, tenminste die indruk krijg ik van hem. De aankleding van de kamer doet me dat nog meer vermoeden.
Midden in de kamer staat een grote tafel en daar zitten 4 personen op ons te wachten. Leonard staat op en verwelkomt ons. Hij leidt ons naar onze plaats en gaat dan weer zitten. Dan pas telt hij ons voor aan de mensen aan tafel.
Hij zegt: 'U kent reeds mijn vrouw en dit is mijn zoon Dean en zijn verloofde Frederica. Ze wonen ook hier in mijn huis.'
We zenden elkaar een goedkeurend knikje en ik zeg: 'Aangenaam kennis met jullie te maken, Dean en Frederica. Ik ben Mark Carlsson en dit is mijn vrouw, Sayen.'
Het is Frederica die ons als eerste antwoordt. Met een iele, hoge stem, waar je oorpijn van krijgt, zegt ze: 'De eer is geheel wederzijds. We hebben reeds veel van u gehoord. U maakt in een korte tijd een goede naam.'
'Dank u, maar ik wist niet dat mijn roem reeds zo ver vooruitgesneld was.'
Leonard zegt: 'Nou, eerlijk gezegd weten we nog niet heel veel van u, maar er gaan wel fabelachtige verhalen over u en uw vrouw ronde. U schijnt enorm rijk te zijn, en jullie zouden halfgoden zijn. Dat is in het kort de inhoud van de verhalen.'
JE LEEST
White, Maanprinses & de zoon van Akycha
WerewolfHoogste ranking in Weerwolf: 1 Mark is een doodgewone jongen van 21 jaar, die alleen met zijn vader leeft. Ze zijn arm, en hebben niet veel te besteden, maar zijn gelukkig. Maar zijn vader is erg ziek en overlijdt aan de ziekte. Verder heeft Mark ge...