Op jacht

1.3K 72 3
                                    

Yves staat al op me te wachten. Ik verontschuldig me, en vertel dat Jack me foto's heeft laten zien van mijn moeder in zijn kamer. Yves zegt: "Dan moet je er goed bij hem op staan, hij laat zelden iemand toe op zijn kamer, het is zijn heiligdom. Maar kom snel binnen, July heeft het eten al klaar, we waren al op je aan het wachten."

Ik volg Yves, en hij leidt me naar de tafel en wijst me een stoel toe. July heeft een speciaal inheems gerecht gemaakt, van bonen, everzwijn en aardappelen. Het ruikt heerlijk. Ik laat het me goed smaken. Ik begin me af te vragen of ze allemaal zo goed kunnen koken, behalve mijn grootvader dan.

Dan zegt Harold: "Ik hoor dat je ook goed kunt boogschieten. Is er nog meer dat je goed kunt?" Ik lach en zeg: "Nou nee, het boogschieten heeft me mijn vader geleerd, toen ik nog erg klein was. Ik was 7 jaar toen ik mijn eerste haas met de boog schoot. Mijn vader was toen erg trots op me. En daarnaast heb ik het boogschieten nog als hobby gedaan. Ik had competitie kunnen spelen, maar dat trok me niet zo. Ik ging liever om met mijn vrienden."

Yves zegt: "Ik kan me wel voorstellen, dat je vader trots was. Met een leeftijd van 7 jaar al een haas schieten is een behoorlijke prestatie. Zelfs Harold kon dat pas toen hij 9 was. Het verklaart misschien waarom je zo goed kunt schieten. Je moet er namelijk een goed richtingsgevoel bij hebben.

Maar doe je morgen ook mee met de wedstrijd? Ik zie er behoorlijk naar uit, het is al weer veel te lang geleden, dat we zoiets gedaan hebben."

"Ik zou wel willen, maar ik heb geen boog."

"Je zult wel zo'n moderne boog gewend zijn. Ik geloof dat ik nog wel een oude jachtboog heb liggen, die mag je wel hebben, maar de pees zal nu wel slecht zijn."

"Ik geloof dat ik nog een nieuwe pees heb liggen", zegt Harold, "die mag je wel gebruiken."

"Harold, dat is een goed idee. Ik ga gelijk eens kijken, of ik de boog kan vinden, en als jij dan die pees pakt, dan kunnen we kijken of we de boog in orde kunnen krijgen."

Yves en Harold lopen de kamer uit. July en Triny, mijn nichtje, blijven achter. Ik vraag of ik ze moet helpen met afruimen. Ze kijken me aan, alsof ze water zien branden.

"Is er wat? Helpen Yves en Harold nooit mee met afruimen? Ik moest het thuis altijd, dus ik vind het niet meer dan normaal, dat ik na het eten mee afruim."

"Nee, dat doen ze nooit. Maar ik zou het niet erg vinden, als ze eens wat meer deden in huis", zegt July.

"Ik kan wel merken, dat je vader je goed heeft opgevoed. Je bent aardig en hebt goede manieren. En bovendien heb je meer in je mars dan het je laat aanzien. Je hebt iets aan je, dat maakt, dat mensen naar je luisteren. Behoudt dat, het is waardevol."

Ik begin te blozen en begin hun te helpen met het afruimen. Als we bijna klaar zijn komen Yves en Harold terug met de boog. Ze kijken een beetje raar op, als ze zien dat ik de dames mee help, maar zeggen wijselijk niets.

Ik bekijk de boog, het is een oudje, maar wel goed gebouwd. Ik test de veerkracht, en daarmee zit het wel goed. Daar kan ik de pees goed hard mee opspannen, het is zelfs een sterkere boog dan waarmee ik thuis schiet. De pees blijkt iets te kort te zijn. Hij past wel, maar dan staat er een enorme spanning op de pees.

Ik vraag of ik de boog niet eens kan testen. Harold pakt enkele oude pijlen, en we lopen naar buiten. Daar staan enkele strobalen, waarop ik kan schieten. De eerste pijl gaat helemaal mis. Ik moet erg wennen aan de boog, en de pees staat iets te strak. Ik probeer de pees nog iets losser te zetten, maar veel verstellen kan ik niet meer, maar het is net genoeg. Ik kan nu de pees nu beter spannen, maar die pees staat echt heel erg strak.

White, Maanprinses & de zoon van AkychaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu