Wat is het hier mooi. Het bos is dicht, maar je kunt er prima doorheen, zonder dat je overal aan blijft hangen.
Ik zie diverse dieren, ik heb al talloze eekhoorns gezien, een kudde zwijnen, enkele herten en een eland. Ze kijken wel op, als ik langs kom lopen, maar ze rennen niet weg. Alsof ze aanvoelen, dat ik nu geen bedreiging voor hun ben.
Ik loop al enkele uren en volgens mijn kompas loop ik in de goede richting. Ik moet richting het oosten. Zolang ik dat maar doe, kom ik er wel. Het is warm. Ik besluit mijn veldfles te vullen bij een kleine stroom, die ik volg.
Ik heb een hoop dorst, maar het water wat ik in mijn veldfles lopen laat, kan ik nog niet drinken. Dat moet ik eerst koken. En dat wil ik pas later doen, want het zou betekenen dat ik een kampvuur moet maken. Dat wil ik pas doen als ik een geschikte kampplaats heb gevonden. Volgens de kaart zou die enkele kilometers verderop liggen. Ik hoop dat ik hem kan vinden. Yves heeft me de tekens uitgelegd, die naar de kampplaats leiden.
Ik loop al weer enkele uren, als ik het eerste teken van de kampplaats vind. Gelukkig, ik ben op de goede weg. Al snel vind ik de kampplaats. Zo te zien is de kampplaats een tijdje geleden nog gebruikt. Dat betekent dus, das er mensen in de buurt kunnen zijn. En dat kunnen mogelijk stropers zijn. Ik moet dus gaan opletten.
Ik verzamel wat brandhout en maak een kampvuur om me op te warmen. Met een schep graag ik een kleine sleuf. Ik heb een platte steen gevonden, en maak nu een soort bakplaat om mijn water op te warmen. De sleuf werkt als een soort schoorsteen.
Ik heb het eens gezien op televisie, maar ik heb het nog nooit uitgeprobeerd. Ik haal wat hete kolen uit het vuur en leg ze in de sleuf, dan leg ik de steen erop en leg dan nog wat meer hout op de gloeiende kolen. Het schijnt te werken. De steen is al snel heet en als ik mijn metalen mok erop zet, en er water in giet, kookt het water al snel. Ik laat het vuur uit gaan in de sleufoven, de steen blijft nu wel heet genoeg. Ik kook al mijn water en drink het op. Vlakbij is een kleine bron, daar kan ik mijn veldflessen weer vullen. Maar goed dat ik er twee bij heb.
Als ik mijn veldflessen gevuld heb, schrik ik me rot. Aan de andere kant van de bron staat een enorme grote witte wolf. Maar de wolf kijkt me alleen maar aan. Het is een prachtig beest. Het is een wijfje, en haar vacht is volledig wit. En haar ogen zijn ijsblauw. Ze blijft rustig staan, terwijl ik naar haar kijk.
Dan draait ze zich opeens om en loopt weg. Ik sta even te kijken. Het lijkt wel een magisch moment. Ik loop terug naar mijn kamp, maar ik moet de hele tijd weer aan de wolf denken. Het zijn de ogen, die me bij blijven. Ik stook het vuur goed op en ga slapen. Ik droom over de wolf. Als ik 's morgens wakker word, is het vuur bijna uit, er gloeien nog wat kolen na. Ik por het een beetje op en gooi er wat vers brandhout bij. In een ooghoek zie ik de wolf weer staan. Zodra ze bemerkt dat ik haar zie, rent ze weg.
Iets zegt me, dat ik haar nog meer zal gaan zien. Ik heb het op het feest veelvuldig gehad over wolven. Ze hebben me verteld, dat witte wolven heel vaak uitgestoten worden, vanwege hun vacht.
De meeste wolven zijn bruin, grijs of zwart. Maar witte wolven zijn niet geliefd onder de wolven. Zou het een uitgestoten wolf zijn? Dan zal ze wel honger hebben. Dan moet ik toch wat beter op gaan letten.
Even later heb ik mijn ontbijt opgegeten en heb ik mijn kamp opgeruimd. Het kampvuur heb ik gedoofd en mijn rugzak is weer gepakt. Ik pak mijn kompas en bepaal de route. Ik kijk goed rond, of ik de wolf weer zie. En inderdaad, ze volgt me, zoals ik het al verwacht had. Ze komt dichterbij en geeft af en toe een kefje, alsof ze me wat duidelijk wil maken.
Ik heb niet de indruk, dat ze me wat wil aandoen, dus ik tolereer haar in mijn omgeving. Als ik wat later een grote haas spot, pak ik mijn geweer.
JE LEEST
White, Maanprinses & de zoon van Akycha
Hombres LoboHoogste ranking in Weerwolf: 1 Mark is een doodgewone jongen van 21 jaar, die alleen met zijn vader leeft. Ze zijn arm, en hebben niet veel te besteden, maar zijn gelukkig. Maar zijn vader is erg ziek en overlijdt aan de ziekte. Verder heeft Mark ge...