Het maakt me echt niet meer uit, dat ik haar nog nooit gezien heb als mens. Al was ze zo lelijk als de nacht, ik weet dat enkel haar ogen zal zien en haar zuivere ziel.
Natuurlijk ben ik wel nieuwsgierig hoe ze eruit zal zien en hoop ook vurig, dat de verpakking er aantrekkelijk uit ziet, maar het zal mijn liefde voor haar niet minder maken.
White kijkt me aan met haar ijsblauwe ogen. Ik kijk haar recht in haar ogen aan, en het voelt alsof de aarde stopt te draaien en tijd stil staat. Mijn hart begint hard te kloppen als ik haar aankijk. Ik denk al lang niet meer over ze er uit zal zien, als ze mens is.
Het kan me echt niet meer schelen. Haar betoverende ogen zeggen me meer dan genoeg. Ik sta op en loop naar haar toe. Ze kijkt me een beetje nerveus aan, want ik zeg niets. Opeens weet ik wat ik moet doen. Ik lik haar snuit en neem haar kaak tussen mijn tanden. Ze begrijpt het. Ik toon haar mijn genegenheid, op een manier zo als wolven doen. Meer hoeft er niet te gebeuren. Samen huilen we ons liefdeslied, en al snel worden we bijgestaan door andere wolven.
Even later komen de andere wolven terug, aangevoerd door mijn grootvader. Hij zegt: "Die beslissing heb je snel gemaakt, ik had zeker gedacht, dat je zou wachten tot je haar beter leerde kennen. Je hebt haar niet eens als mens gezien."
"Ik kwam tot het besef, dat ik dat helemaal niet hoefde te weten. Ik had inderdaad die gedachte, om te wachten. Maar waarom wachten als het gevoel goed is. En ik weet dat ik geen spijt zal krijgen."
"Dan heb je de juiste keuze gemaakt. Je bent nu de Alpha, je zult ons moeten aanvoeren." Ik knik. Hoewel alles nieuw voor me is, voel ik een vlammend vuur in me, dat me deze uitzonderlijke kracht geeft. Instinctief voel ik aan wat ik moet doen, het juiste te doen. Ik zie de leden van mijn roedel vragend naar me kijken. Ze wachten af, wat mijn bevelen zijn.
"Jullie gaan terug naar huis, ik kom later met White. Tot die tijd heeft mijn grootvader het volledige gezag. De rangorde blijft zoals hij nu is, tot ik terug kom. Dan zal ik mijn Bèta kiezen en iedereen beoordelen over zijn rang in de roedel. Maar mijn beproeving is nog niet ten einde, en ik ben van plan de beproeving te voltooien, zoals gepland. Ik zie jullie over enkele dagen."
Bijna iedereen draait zich om. Mijn grootvader vraagt: "Moeten we je rugzak en je geweer meenemen? Want ik neem aan, dat je als wolf de tocht af zult maken." "Doe dat maar. Je hebt gelijk, ik ga als wolf. Dan heb ik mijn rugzak niet nodig." Ze nemen mijn rugzak mee en vertrekken.
Ik blijf achter met White en loop de berg van Wolves Peak op. White volgt me. Ze weet wat ik van plan ben, daar heb ik geen woorden voor nodig. Op de top huilen we samen naar de maan, ter ere van Luna.
Als wolf heb ik niet zo veel slaap nodig, en kou heb ik het al helemaal niet. Verbazend wat je allemaal meer kunt waarnemen als wolf. Ik neem geuren waar, waar ik het bestaan nooit geweten heb. Ik zie scherper, en vooral: Ik hoor veel beter.
Ik kijk vanaf Wolves Peak naar mijn roedel, die nu naar huis lopen. Maar ik kan nog steeds horen, dat ze tegen elkaar praten. Opeens zie ik in de verte de stropers, en de roedel loopt recht op ze af. Dat kan niet goed gaan, ik besef, dat ik ze nooit op tijd kan bereiken.
Ik maak White opmerkzaam op de stropers. "Dat gaat gigantisch fout, als ze die stropers tegen gaan komen. En ik kan ze nooit op tijd bereiken om ze te waarschuwen." White kijkt me aan, en zegt: "En waarom maak je geen gebruik van je krachten als Alpha?"
"Hoe dan? Ik weet echt nog niet alles." "Je stem als Alpha reikt veel verder als je denkt. Doe zoals je je plaats hebt verdedigt in de roedel, je zult wel merken hoe het gaat."
Ik draai me om. Ik voel me ontzettend boos worden op die stropers, en er ontsnapt me een hele zware en diepe grom. Ik richt me om mijn roedel, en ik voel een kracht opkomen, zoals ik die nog nooit ervaren heb. Het is alsof mijn grom versterkt wordt door de kracht. Ik zie opeens mijn hele roedel stil staan en dan wegduiken, de struiken in.
JE LEEST
White, Maanprinses & de zoon van Akycha
Hombres LoboHoogste ranking in Weerwolf: 1 Mark is een doodgewone jongen van 21 jaar, die alleen met zijn vader leeft. Ze zijn arm, en hebben niet veel te besteden, maar zijn gelukkig. Maar zijn vader is erg ziek en overlijdt aan de ziekte. Verder heeft Mark ge...